Faq's
Veel gestelde vragen
Organisatie van het overblijven Wie stelt de regeling voor het overblijven op?De regeling komt meestal tot stand door
goed overleg tussen het team, directie en de medezeggenschapsraad. Verschillende
partijen kunnen hierin het initiatief nemen. In veel gevallen wordt
een overblijfcoördinator aangesteld om het overblijven te leiden. Werkzaamheden
zijn: innen van overblijfgelden van de ouders, beheren van de financiën,
organiseren van het werk (taakverdeling onder de overblijfmoeders maken,
planning van het werk ontwikkelen, overleg en besluitvorming leiden
onder de overblijfmoeders), contacten met ouders, team, directie en
ouderraad onderhouden, inkoop van overblijfmateriaal.
Bij een grote, complexe organisatie (veel overblijvers, grote school, grote inkomsten) worden de overblijfactiviteiten soms in een stichting ondergebracht. Per 1 augustus 2006 is de school verantwoordelijk voor het beheer van de overblijfgelden . Het is zaak deze verantwoordelijkheden en bevoegdheden van onder andere de medezeggenschapsraad goed in een reglement vast te leggen. Op deze website staan voorbeelden van reglementen voor de overblijfregeling. ( zie aandachtpunt : 7 van de index) In de regeling kan worden opgenomen, wie de coördinator vervangt, indien deze ziek mocht worden. Vaak steunt de regeling op slechts een persoon: de overblijfcoördinator. Dit maakt het overblijven kwetsbaar. (december 2006) Moet het bestuur beslissen over de overblijfregeling, en wat is de bevoegdheid van de medezeggenschapsraad?Het bestuur moet uiteindelijk beslissen over de regeling. Het bestuur neemt een voorgenomen besluit hierover en legt deze voor aan de medezeggenschapsraad. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht -artikel 13 f van de WMS- de wijze waarop invulling wordt gegeven aan tussenschoolse opvang (januari 2007 )Kunnen leerkrachten ingeschakeld worden bij het toezicht tussen de middag?Als leerkrachten worden ingeschakeld, dan gebeurt dit op vrijwillige basis. Toezicht houden bij het overblijven is geen verplicht onderdeel van de taak van het onderwijzend personeel.. Bij een continurooster kan dit problemen geven. De meest voor de hand liggende oplossing is, dat de leerkrachten in de korte middagpauze het toezicht op zich nemen.Op veel basisscholen met een continurooster eten de leerkrachten met de kinderen en verzorgen de ouders de surveillance op de speelplaats. .Houden leerkrachten wel toezicht, dan moet bij de vaststelling van de arbeids- en rusttijdenregeling van het personeel rekening gehouden worden met het feit, dat bij een werktijd van 5,5 uur een halfuur pauze (of twee een kwartier) moet worden genomen. Verder is het van belang dat het toezicht wordt opgenomen in de normjaartaak van de leerkracht. Voorstellen van het bestuur over deze onderwerpen moeten altijd aan de medezeggenschapsraad worden voorgelegd. Het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad heeft hierbij instemmingsrecht- artikel 12 f van de WMS- vaststelling of wijziging van een arbeids- en rustenregeling van het personeel. ( januari 2007) Uitnodiging om als overblijfkracht werkzaam te zijn bij een school met een continu-roosterDe lunchbegeleiders heten u: “HARTELIJK
WELKOM OP REFLECTOR” (september 2007) BESTE OUDERS/VERZORGERS
De voorwaarden voor een goede tso Daarbij is het belangrijk om te bepalen voor hoe op bijvoorbeeld bestuursniveau afspraken gemaakt dienen te worden bij besturen met meerdere scholen. Conform de wet ( artikel: 45 Wet Primair Onderwijs) zijn de minimale randvoorwaarden: • instemming van de oudergeleding met de wijze waarop
de tussenschoolse opvang wordt georganiseerd; (januari 2007)
Wat zijn de taken en bevoegdheden van een overblijfcoördinator?
Elke school dient een overblijfcoördinator aan te stellen. Dit kan een teamlid zijn, maar ook een van de ouders of een extern persoon. Voorbeeld:1 1. De overblijfcoördinator heeft de dagelijkse leiding van het overblijven. Hier valt onder het (laten) bijhouden van de deelnemersadministratie, het opstellen van overblijfroosters voor overblijfkrachten, zorgdragen voor een goede begeleiding en organisatie van het overblijven en het aanspreekpunt zijn voor ouders, overblijfkrachten en directie.
De ouders worden na de eerste persoonlijke mededeling ook schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gebracht van deze beslissing. ( het besluit een kind niet toe te laten bij het overblijven dient in overleg en met instemming van de directie van de school genomen te worden)
(Bron van Lingen en Rehobothschool te Zetten- 2006) Voorbeeld: 2 De overblijfcoördinator: · geeft leiding en ondersteuning aan overblijfkrachten. · regelt de scholing voor de overblijfkrachten. · geeft leiding aan het periodiek overleg met de overblijfkrachten. · houdt functioneringsgesprekken met de overblijfkrachten en houdt hier verslaglegging van bij (alleen ter inzage van de overblijfcommissie). · werft overblijfkrachten en voert sollicitatiegesprekken · houdt de administratie bij van inkomsten en uitgaven van het overblijven. · voert de correspondentie met ouders bij wanbetaling en rapportage aan de overblijfcommissie. · stelt een financiëel jaarverslag en een begroting op. · is verantwoordelijk voor aanschaf en onderhoud speelmaterialen. · is beschikbaar als aanspreekpunt voor ouders. · is contactpersoon voor directie en leerkrachten inzake calamiteiten met leerlingen/overblijfkrachten. · is aanwezig zijn bij periodiek overleg overblijfcommissie, eventueel, indien nodig bij de vergadering van de medezeggenschapsraad. · De overblijfcoördinator stelt jaarlijks een financieel verslag en een begroting op voor de medezeggenschapsraad. Dit wordt aan de overblijfcommissie en de ouders van de medezeggenschapsraad ter goedkeuring voorgelegd. Opmerking: Deze functie is een betaalde functie voor een bepaald aantal uren per week
Hoe is de aansprakelijkheid bij het overblijven wettelijk geregeld t.a.v. de school en de overblijfouders ?In de wettelijke regeling ten aanzien van het overblijven staat bij de toelichting dat ook ingeval de ouders het overblijven organiseren het bestuur toch op zekere hoogte verantwoordelijk blijft al was het alleen maar op grond van het Burgerlijk Wetboek. Het bestuur blijft verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken op school. Dat betekent dat het bestuur aanwijzingen kan geven om het overblijven in goede banen te leiden.Veelal wordt gewerkt met een overblijfreglement dat is voorgelegd aan de MR. Hieruit valt dus te concluderen dat het bestuur in het verantwoordelijk en aansprakelijk is voor het overblijven. Sinds 1 augustus 2006 is de verantwoordelijkheid van het bestuur ook per wet geregeld ( artikel 45 van de Wet Primair Onderwijs). Het uitoefenen van toezicht tijdens het overblijven
brengt risico's met zich mee. Voor vrijwilligers geldt dat evenzeer.
Om die reden is in de wet vastgelegd dat voor de overblijfouders een
wettelijke aansprakelijkheidsverzekering moet worden afgesloten door
het bestuur. Het is wel raadzaam om na te kijken of dit inderdaad goed
geregeld is. In situaties waarbij vast komt te staan dat er onvoldoende
toezicht was, kunnen de vrijwilligers en het bestuur aansprakelijk worden
gesteld. Een verzekering is dan geen overbodige luxe.
Hoe kunnen afspraken tussen teamleden en overblijfkrachten geregeld worden?Tijdens een teamvergadering in maart 2007 zijn er een aantal afspraken gemaakt tussen het team en de overblijfcommissie. Zo wordt door de leerkrachten het overblijven in het eigen lokaal als een grote belasting ervaren. Dit is aan de overblijfkrachten uitgelegd met enkele voorbeelden. Men moet dan denken aan tijdens het overblijven niet vrijblijvend in het lokaal kunnen zijn; je kunt niet zonder risico werkjes e.d. laten liggen enz. Er is afgesproken dat elk jaar zoveel mogelijk gewisseld wordt van lokaal. Bijv. dit jaar blijven de kinderen van de groepen 1/2A en 1/2B gedurende een maand over in het lokaal van 1/2B. Dan wordt de volgende maand overgebleven in de klas van 1/2A. Het is prettig als er, indien nodig, een overdracht plaatsvindt tussen leerkracht en overblijfkracht als de kinderen uit de klas in de overblijfsituatie komen. Andersom kan dit ook na het overblijven gebeuren. Gebeurtenissen in de klas kunnen nl. een vervolg hebben tijdens het overblijven, maar ook weer andersom. Bij ongewenst gedrag van kinderen, als de overblijfkracht niet meer weet wat te doen of vindt dat de maat vol is (in een acute situatie), kan ze de hulp inroepen van de coordinatrice die, indien nodig , het kind naar de betreffende leerkracht brengt Als er een blijvende ongewenste situatie ontstaat, is de procedure als volgt. De overblijfkrachten geven dit aan bij de overblijfcoördinator(en). Deze overleggen met de betreffende leerkracht of er intern maatregelen te nemen zijn of dat het tijd is om de ouders voor een gesprek uit te nodigen. Per situatie wordt bekeken hoe er gehandeld gaat worden. Er kan ook overleg zijn over zaken die de hele groep aangaan. De overblijfkrachten ervaren de aanwezigheid van leerkrachten tijdens het overblijven in hun lokaal verschillend. Wat mogen zij van een leerkracht verwachten op zo'n moment? Omdat ook bij de leerkrachten de reacties verschillend zijn, wordt er afgesproken dat de overblijfkracht de eindverantwoordelijkheid heeft tijdens het overblijven en dat ze, indien gewenst, een beroep kan doen op de leerkracht als deze in het lokaal aanwezig is. Blijft de leerkracht in zijn/ haar lokaal dan mag de overblijfkracht verwachten dat de leerkracht de overblijfkracht ondersteunt waar dit nodig is.. De ervaring tot nu toe is dat er steeds meer een open sfeer ontstaat, wat aan beide zijden als prettig wordt ervaren. Er is meer en beter overleg tussen team en overblijfkrachten. Basisschool De Parkiet in den Haag ( april 2007)
FinanciënWie betaalt de kosten voor het overblijven?De Wet Primair Onderwijs (artikel 45) schrijft voor dat de kosten moeten worden gedragen door de ouders, voogden of verzorgers. Volgens de wet is het niet de bedoeling dat de kosten van verwarming en verlichting aan de ouders worden doorberekend. Eventuele extra kosten voor schoonmaak moeten wel worden doorberekend aan ouders. Meestal worden uit de overblijfvergoeding een onkostenvergoeding betaald aan de overblijfcoördinator en/of vrijwilligers. Uit de vergoeding kunnen tevens sport en spelmaterialen betaald.
Als er sprake is van een continurooster, moeten de ouders dan verplicht betalen voor het overblijven van hun kind(eren)?Nee. Als er sprake is van een continurooster dan zal voor het overblijven geen verplichte vergoeding gevraagd kunnen worden.Wat is de hoogte van de vergoeding die gewoonlijk wordt gegeven aan overblijfkrachten? In 2006 is de maximale vrijwilligersvergoeding verhoogd van € 735,- naar € 1500,- per jaar. Het maximale bedrag dat per maand mag worden vergoed, is verhoogd naar € 150,- Onduidelijk was echter hoeveel een vrijwilliger per uur of overblijfdienst betaald mag krijgen zonder dat de Belastingdienst loonbelasting gaat heffen. Het ministerie van Financiën heeft hierover nu een uitspraak gedaan. Bij een vrijwilligersvergoeding van ten hoogste € 4,50 per uur is geen sprake van een marktconforme vergoeding en zal de belastingdienst dus geen loonbelasting heffen. Voor vrijwilligers onder de 23 jaar geldt een bedrag van € 2,50 per jaar. Deze regeling geeft vrijwillige overblijfkrachten duidelijkheid over de vergoeding die zij belastingvrij mogen ontvangen. Het genoemde maximale bedrag sluit prima aan op de bestaande praktijk. Overblijfkrachten ontvangen veelal een vergoeding van € 9,00 á € 10,00 per keer overblijven. Hiervoor zijn zij (inclusief reizen, voorbereiding en het overblijven zelf) gemiddeld iets meer dan 2 uur actief. In de afweging die het ministerie van Financiën heeft gemaakt ten aanzien van de maximale vergoeding per uur is gedacht aan de in totaal bestede tijd waarvoor de vergoeding wordt betaald. Dit geeft dus mogelijkheden om vrijwilligers activiteiten zoals reizen naar én van de werkplek, vergaderen, roosterwerkzaamheden en scholing uit te betalen. Het expertisecentrum raadt aan om in het beleidsplan en/of overblijfreglement op te nemen welke tijdsinvestering op een school gevraagd wordt voor een “overblijfdienst”. Hierop kan de vrijwilligersvergoeding vervolgens worden gebaseerd. Wanneer een vrijwilliger meer dan € 4,50 per uur ontvangt, dan kunt u dit voorleggen aan de Belastingdienst. Wanneer aangetoond kan worden gemaakt dat deze hogere vergoeding geen marktconforme beloning is omdat een vrijwilliger over een specifieke opleiding of vaardigheden moet beschikken, blijft de vrijwilligersregeling van toepassing. Dit zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn voor geschoolde coördinatoren. (januari 2007)
Wat verstaat men bij de belastingdienst onder vrijwilligers ?Een vrijwilliger is iemand die 'niet bij wijze van beroep' arbeid verricht voor doorgaans één privaat- of publiekrechtelijke organisatie die niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting, of voor doorgaans één sportvereniging of sportstichting die aan de vennootschapsbelasting is onderworpen.Er wordt voor de loonheffing en de premieheffing werknemersverzekeringen geen dienstbetrekking aangenomen als de vrijwilliger alleen maar een vergoeding krijgt die niet meer is dan f 1.470 (of €667) per jaar en f 42. (of €19) per week. Dit wordt namelijk gezien als vergoeding voor de kosten die de vrijwilliger moet maken om zijn werk te verrichten. Deze vergoeding wordt niet als loon beschouwd. Als de vrijwilliger een vergoeding ontvangt, die meer is dan f 1.470 (of €667) per jaar of f 42 (of €19) per week, moet u voor de premieheffing werknemers verzekeringen allereerst nagaan of er sprake is van een echte dienstbetrekking en vervolgens of er sprake is van een fictieve dienstbetrekking. Hiervoor en voor de berekening van de verschuldigde loon? en premieheffing gelden de normale regels. Voor de loonheffing is onder bepaalde voorwaarden goedgekeurd dat ook bij zo'n hogere vergoeding de arbeidsverhouding van een vrijwilliger niet als dienstbetrekking wordt beschouwd. De voorwaarden zijn: Krijgt de vrijwilliger uitsluitend een vergoeding voor de werkelijk gemaakte kosten, dan is die vergoeding vrij van loonheffing en premies werknemers verzekeringen. Als de vrijwilliger naast een vergoeding voor de werkelijk gemaakte kosten een vergoeding krijgt voor de werkzaamheden dan tellen al deze vergoedingen mee voor de beoordeling of de grens van f 1470 (of €667) per jaar en f 42 (of€19) per week wordt overschreden. (Dit citaat staat in de handleiding loonbelasting/premieheffing
2001 Deel:3 Thema s hoofdstuk:19 Vrijwilligers) Waar kan het overblijfgeld aan besteed worden?Waar blijft al dat geld ?
Werving van overblijfkrachtenHoe werft men overblijfouders ?I Via de weekinfo,via het plaatselijke krantje maar ook door ouders die als ouder al behulpzaam zijn persoonlijk te benaderen. Zorg vooral voor een positieve uitstraling van het overblijven naar de ouders toe.
V Sinds
de school verantwoordelijk is voor het overblijven mag er ook enig inzet
verwacht worden van directie en team. Zij hebben vaak een groot netwerk
onder de ouders en kunnen dit gebruiken om ouders attent te maken op
de mogelijkheid om op de school als overblijfkracht mee te werken (
december 2007)
Als er problemen zijn met lastige kinderen tijdens het overblijven mogen de overblijfkrachten dan hulp verwachten of inroepen van de schoolleerkrachten?Een voorbeeld van een procedure bij probleemsituatiesBij conflicten met kinderen wordt als volgt gehandeld: Stap 1 Overblijfkracht treft zelf een maatregel, gaat zonodig (zelf) met het kind naar de leerkracht. Leerkracht wordt ingelicht en bespreekt storend gedrag met het kind. Stap 2 Via de leerkracht of schoolleiding wordt de ouder ingeschakeld om tot gedragsverbetering te komen. Stap 3 Schorsing (= apart eten en geen contact met andere kinderen tijdens overblijven). Dit gebeurt altijd in overleg met de leerkracht/directie. Stap 4 Verwijdering voor bepaalde tijd, in overleg met de overblijfcommissie en de leerkracht /directie. Stap 5 Definitieve verwijdering van het overblijven in overleg met de overblijfcommissie en de leerkracht /directie. Bron: het overblijfreglement van de basisschool
de Achthoek in Amsterdam. Dit reglement staat vermeld bij het onderdeel
reglementen van deze homepage)
Aan welke eisen zou men moeten voldoen om als overblijfkracht aangesteld te worden ?Bij de sollicitatie procedure stelt men minimaal de volgende eisen: Er wordt vaak gewerkt met een proeftijd van bijv. 2 maanden om te kijken of een ouder al of niet geschikt is. ( december 2007)
|